Het huis kent een roemrucht verleden met als bewoners de adelijke familie Van Hugenpoth die er in de 18e en 19e eeuw resideerde. Daarvoor werd het bewoond door de Heer Van Aerdt, een rijk en machtig man wiens invloed zelfs tot in Den Haag reikte; hij had een zetel in de Eerste Kamer. Aan het einde van de 19e eeuw verloor Huis Aerdt zijn regionale functie en kwam in bezit van de familie Van Dorth tot Medler. In Duiven is een straat naar deze familie genoemd. Na de Tweede Wereldoorlog hing het voortbestaan van Huis Aerdt aan een zijden draadje; de oorlogsschade was groot en geld voor restauratie ontbrak. In 1961 werd het pand voor het luizige bedrag van f 1,00 ‘verkocht’ aan de Stichting Vrienden der Geldersche Kasteelen’ en werd Huis Aerdt in oude glorie hersteld.
Trajektlinie
Deze spoorlijn liep van Zevenaar tot Elten parallel aan de bestaande spoorlijn omdat concurrent CME niet wilde meewerken. Van Elten naar Welle boog het spoor af, waarna de trein op een veerpont moest worden gereden om aan de overkant bij Spyck weer verder te rijden. De Altrhein (een oude Rijnarm) bij Griethausen werd met een brug gekruist. Deze brug ligt er nu nog steeds en is daarmee de oudste ijzeren spoorbrug in Duitsland. In Kleef sloot de spoorlijn aan op de lijn van de Rheinische Eisenbahn-Gesellschaft (RhE) richting Keulen.
Panoven
Tot 1924 werden op de Panoven vier producten gebakken: dakpannen, tegels, drainagebuizen en bakstenen. Na 1924 is het hoofdproduct een ambachtelijke baksteen geworden voor de particuliere huizenmarkt. De toenmalige fabriek wordt al bijna honderd jaar gerund door de familie Kruitwagen. Een familie die een traditie kent van ruim driehonderd jaar stenen maken. In 1983 heeft de laatste steenbakker, Wim Kruitwagen, het vuur gedoofd. Tegenwoordig wordt het erfgoed op een duurzame manier beheerd en ontwikkeld.
Azewijnse Broek
Hangbrug Emmerich
Deze tussen 1962 en 1965 gebouwde hangbrug, de langste van Duitsland, is in totaal 803 meter lang met een overspanning over de rivier van 500 meter.
Aan de overkant van de Rijn in Spyck bij Griethausen is een fabriek gevestigd waar oliehoudende zaden worden verwerkt. In de wandelgangen wordt de fabriek wel ‘pindafabriek’ genoemd door de geur die afhankelijk van de windrichting soms op het Gelders Eiland is waar te nemen. Richting Spijk zijn de steenfabrieken niet te missen. En altijd is er de scheepvaart op de Rijn.
Lobberdense waard
Aan de zuidzijde langs het zomerbed van het Pannerdens Kanaal liggen op overstromingsvrije terpen twee grote steenfabrieken (Kijfwaard Oost en Kijfwaard West). Tussen de beide steenfabrieken in ligt een klein buurtschap.
Voor het gebied is een ontwikkelingsplan gemaakt met drie belangrijke hoofddoelen. De eerste is de winning, het vermarkten en afvoeren van zand en grind. Het tweede doel is actief bijdragen aan het realiseren van een waterstandverlaging van 11 cm. Als derde wordt genoemd het bijdragen aan de realisatie van 500 ha nieuwe riviergebonden natuur en de ontwikkeling van extensieve recreatieve elementen. Voorwaar nog al wat inspanningen die in ieder geval eind 2027 gerealiseerd moeten zijn.
Pannerdense Kop
Gedenkteken
Zeker is dat beide jongens tijdens het melken van de koeien zijn gaan kijken naar een Duits jachtvliegtuig, dat in de buurt van de Vossendel neerstortte of een noodlanding moest maken. De jongens werden gevangen genomen door Duitse soldaten en standrechtelijk doodgeschoten. Door bemiddeling van de Groessense kapelaan Weterman gaven de Duitsers toestemming de stoffelijke overschotten te herbegraven onder de voorwaarde dat er tijdens de begrafenis geen onregelmatigheden zouden plaatsvinden. Hun herbegrafenis heeft daadwerkelijk plaatsgevonden een paar dagen na hun overlijden.
Grutterij-Molen De Hoop
Het was H.B. Meyer die in 1850 de van oorsprong met riet bedekte koren- en pelmolen bouwde. Al na twee jaar moest hij de molen verkopen. Sindsdien is de molen in het bezit van de familie Pijnappel. De Pijnappels grossierden omstreeks 1900 in molens. Ook de windmolens van Babberich, Ooy, Duiven, Pannerden, Klarenbeek en Posterenk waren in hun bezit. Wat je noemt een echte molenaars- en bakkersfamilie. De vijfde generatie, Jan & Henriëtte Pijnappel, gooide het roer om en richtte zich op het malen van veevoeders. Toen deze activiteit wegviel concentreerde het molenaarsechtpaar zich op de exploitatie van de molen en de grutterij. In 2014 droegen zij het stokje over aan de huidige beheerders Frits en Maaike Botter.