Een mooi uitgestrekt gebied waar het goed fietsen is. Een open landschap met grote agrarische bedrijven én een redoute.
Lobberdense waard
Aan de zuidzijde langs het zomerbed van het Pannerdens Kanaal liggen op overstromingsvrije terpen twee grote steenfabrieken (Kijfwaard Oost en Kijfwaard West). Tussen de beide steenfabrieken in ligt een klein buurtschap.
Voor het gebied is een ontwikkelingsplan gemaakt met drie belangrijke hoofddoelen. De eerste is de winning, het vermarkten en afvoeren van zand en grind. Het tweede doel is actief bijdragen aan het realiseren van een waterstandverlaging van 11 cm. Als derde wordt genoemd het bijdragen aan de realisatie van 500 ha nieuwe riviergebonden natuur en de ontwikkeling van extensieve recreatieve elementen. Voorwaar nog al wat inspanningen die in ieder geval eind 2027 gerealiseerd moeten zijn.
Pannerdense Kop
Verdronken dorp
Drususbrunnen
Tot de ingebruikname van het waterleidingnet (1931) diende de put tevens als waterverzorging voor de bevolking van Hoch-Elten. Zelfs na de Tweede Wereldoorlog werd de Drususbronnen nog eenmaal gebruikt om water te leveren aan de bevolking. Het waterniveau van deze hoog gelegen bron ligt 21,5 meter boven zeeniveau.
Putmans krib
Fiets/voetveer
Vroeger werd de veerverbinding vooral gebruikt door arbeiders van de steenfabrieken of door mensen die aan de andere kant van het water op familiebezoek gingen. Tegenwoordig is de veerverbinding vooral in trek bij fietsers en wandelaars. Geen wonder ook, vanaf de pont is er een prachtig uitzicht op de iets stroomafwaarts gelegen Pannerdense Kop, het splitsingspunt Pannerdensch Kanaal – Waal.
Schipperspoortje
In 1222 kreeg de graaf van Gelre toestemming van keizer Frederik II om een tol te vestigen op het ‘Lobede’ aan de Rijn, het huidige Lobith. Naast de oorspronkelijke ‘dikke toren’ verrees begin 14e eeuw een groots kasteel. Dit zogenaamde tolhuis werd in de late Middeleeuwen het bestuurlijke en tevens culturele centrum van het strategisch belangrijke gebied rondom de splitsing van Rijn en Waal . In het rampjaar 1672 werd het kasteel volledig verwoest. Koning Lodewijk XIV koos de Rijn bij Lobith uit om het grondgebied van De Republiek der Nederlanden binnen te vallen. Het kasteel en de daarbij gelegen toren werden door de Franse soldaten in brand gestoken. Deze ramp betekende zowel het strategische als economische einde van het Tolhuis te Lobith.
Geuzenwaard
De naam van dit gebied verwijst naar de prinsgezinde troepen, de Geuzen, die in de 80-jarige oorlog hier gelegerd zijn geweest. Een dramatische tijd voor de inwoners van Lobith en omgeving. Overal plunderende, brandstichtende en moordende soldatenbendes, meestal huurlingen. Zij knapten het vuile werk op voor de heren van Holland, die in deze tijd o.a. Schenkenschans op de Spanjaarden trachten te heroveren. Lang daarvoor, in de dertiende eeuw, lag de splitsing van de Rijn en de Waal bij Lobith en was er een tolplaats, die uiteindelijk in handen was van de Hertogen van Gelre. Zij bouwden er een kasteel. Nu is daarvan alleen het Schipperspoortje nog over. Via het straatje dat er onder door loopt kan men afdalen naar de plaats waar in de 13e eeuw de oever van de Rijn zich bevond.
Loopgraven WOI
Vooral het stelsel van loopgraven en ook het restant van een personeelsbunker uit die tijd zijn nog goed zichtbaar in het landschap. De betonnen bunkertjes zijn op basis van het Verdrag van Versailles, waarin werd bepaald dat er in het Duitse Rijnland geen militaire objecten meer mochten bevinden, in 1921 door Franse militairen opgeblazen. Bij de teruggave van Elten aan Duitsland in 1963 bleef een klein gedeelte voormalig Duits grondgebied definitief Nederlands. Een aantal bunkerrestanten bevindt zich tegenwoordig op Nederlands grondgebied.