Uitkijktoren Hulzenberg

De houten uitkijktoren is in opdracht van de gemeente Montferland gebouwd in samenwerking met Stichting Natuurmonumenten. Het hout van de toren is afkomstig uit het Bergherbos.

Loopgraven WOI

Vooral het stelsel van loopgraven en ook het restant van een personeelsbunker uit die tijd zijn nog goed zichtbaar in het landschap. De betonnen bunkertjes zijn op basis van het Verdrag van Versailles, waarin werd bepaald dat er in het Duitse Rijnland geen militaire objecten meer mochten bevinden, in 1921 door Franse militairen opgeblazen.  Bij de teruggave van Elten aan Duitsland in 1963 bleef een klein gedeelte voormalig Duits grondgebied definitief Nederlands. Een aantal bunkerrestanten bevindt zich tegenwoordig op Nederlands grondgebied.

Bergherbos

Het ruim 1800 hectare groot natuurgebied van Natuurmonumenten en de stichting Huis Bergh kent vele hoogteverschillen en biedt hierdoor prachtige vergezichten. Het heuvellandschap is overwegend bebost, maar kent ook kleine heidevelden en natuurlijke waterbronnen. De Sprung is een natuurlijke bron in het Bergherbos, waar grondwater aan de oppervlakte wordt gebracht en een meanderende beek vormt.

Wild

Er ligt een oude stalen brug uit de Tweede Wereldoorlog die is opgenomen in de monumentenlijst van Emmerik. Ter hoogte van Herwen en Lobith loopt die Wild over in de Oude Rijn om uiteindelijk in de Rijn uit te komen. 

Kruiswegstatie

De 15e statie staat voor de verrijzenis van Jezus Christus, hoop voor de toekomst. Pas zo rond 1960 werd het toegestaan om aan de serie van 14 staties één extra statie toe te voegen die de verrijzenis van Jezus Christus verbeeldt. Deze statie wordt ook wel Paasstatie genoemd.

Butternacht

Toch was men aan Duitse en Nederlandse zijde niet gelukkig met deze situatie. Zo werd Elten op 1 augustus 1963 weer Duits. En waarom nu die Butternacht? Op 31 juli 1963, de dag voorafgaand aan de overgang naar Duitsland, parkeerden honderden vrachtwagens met koffie en boter, in Duitsland fors duurder dan in Nederland, in Elten. Alle beschikbare loodsen, schuren, leegstaande huizen en danszalen werden tot de nok gevuld met goederen. De volgende ochtend behoorde Elten tot Duitsland. De spullen waren vrij van invoerrechten en handelaren konden hun slag slaan. Dit slimmigheidje pakte zeer gunstig uit; de verdiensten voor zowel Nederlandse als Duitse im- en exportbedrijven bedroegen naar verluid zo’n 50 tot 60 miljoen gulden.